17 maart 2017

Rusteloos...


Ik voel me rusteloos. Ik voel me vooral klote! Ik wil van alles alleen komt er niets uit mijn handen. Ik baal ervan dat ik nog steeds maar 2 halve dagen kan werken. Meer lukt ook niet. Als ik bij de autodealers rondloop om de controles uit te voeren, hoor ik mezelf hijgen en blazen. En als ik in de polder een dijk op moet dan moet ik, eenmaal boven, echt even bijkomen. Ongelooflijk dat dit je kan gebeuren als relatief jonge vent. Zelfs mijn vader van 74 is conditioneel veel fitter als ik.
Ik kan zoveel voorbeelden noemen dat ik gewoon niet weet waar ik zou moeten beginnen. In het begin ging het allemaal wel, ik was veel moe en lag met regelmaat ’s middags op de bank te slapen. Maar dat mag je dan ook van jezelf. Je hebt net te horen gekregen dat je CML (Chronische Myeloïde Leukemie) hebt. Je bent uiteraard thuis, in de ziektewet, en gunt je lichaam dan ook de rust waar het eigenlijk al tijden naar verlangd. Al weken, maanden was ik moe. Ik weet het aan mijn drukke leven; vroeg opstaan, de hele dag werken, grote afstanden rijden en ’s avonds eigenlijk steeds net te laat naar bed. En dan de volgende ochtend, als de wekker gaat, denken: “Vanavond ga ik écht vroeg naar bed!” Maar nee hoor, het ritueel herhaald zich dag na dag. Het werd zelfs zo erg dat ik tijdens mijn werk op een parkeerplaats ben gestopt om uit te rusten, zo maar even 10 minuten, omdat ik bang was dat ik achter het stuur in slaap zou vallen.

Maar nu, 9 maanden later, voel ik me rusteloos. Ik zou graag meer willen werken, maar ik kan me er niet eens toe zetten om een uur met de hond te gaan lopen. Wat is dat toch? Ik moet mezelf een schop onder mijn kont geven om het veld in te gaan voor het reewildbeheer. Als ik er dan eenmaal ben, dan is het heerlijk om buiten te zijn en te genieten van de natuur om me heen. Maar op de een of andere manier vind ik het ook niets om alleen in het veld te zijn. Niet zo zeer dat er iemand naast me moet zitten ofzo, maar ik voel me een stuk geruster als ik weet dat ook mijn vader in het veld is, zodat hij mij kan komen helpen om een eventueel geschoten ree uit het veld te dragen. Wat natuurlijk weer voor frustratie zou zorgen omdat ik geholpen moet worden door iemand van 74… Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde geweest.
Ik ben ondertussen toch al een aantal keer geweest maar niet “tot schot gekomen” zoals dat in jagerstermen heet. Ik heb reewild gezien en ervan genoten om het door mijn verrekijker te observeren. Echter steeds of mannelijk reewild of het stak de pad over en verdween direct weer in het bos. En zelfs een paar keer helemaal geen reeën gezien, maar dan zie je toch een konijntje huppelen en een paar koolmezen die er lustig op los fluiten. Het is rustgevend om zo in de natuur te zijn.

Maar daarbuiten voel ik me allesbehalve “happy”. Het is per dag anders hoor, gisteren was het bijvoorbeeld erger als vandaag. Maar komt dat dan omdat ik vandaag naar de fysio ben geweest om te sporten, en gisteren alleen maar heb genoten van de voorjaarszon? Of ben ik onbewust toch wat gespannen voor de beenmergpunctie van komende woensdag? Ik heb er geen antwoord voor.

Nou ja, we gaan vol goede moed naar het ziekenhuis woensdag voor de beenmergpunctie. Ik meld me om even voor 9 uur, hijgend, aan de balie van unit 43. Ja, ik heb wéér, eigenwijs als ik ben, de trap genomen naar de 4de verdieping. 😊 

De arts drukt op mijn huid om te kijken waar hij gaat prikken. Ik schik even als ik iets scherps voel. “Is dat de verdoving al?” schiet het door mijn gedachte, “Nou dat had hij ook wel even kunnen zeggen…” Het blijkt echter de punt van de balpen te zijn waarmee hij de plaats van prikken aftekent. “Nee, ik doe het toch iets hoger.” hoor ik hem zeggen. “Ooh,” lach ik, “Dat was pas de pen die ik voelde!” “Ja, inderdaad” antwoord de arts, “Als de verdoving komt dan zeg ik het van tevoren wel. Eerst nog even schoonpoetsen, daar komt de verdoving”. Even voel ik een pijnscheut als hij de verdovingsvloeistof in het botvlies spuit. Met de gedachte aan de pijn die ik de vorige keer heb gehad na de beenmergpunctie voel ik me nu toch een stuk minder op mijn gemak. Maar alles gaat erg goed. Ik voel een pijn van mijn rug naar mijn been trekken op het moment dat de arts het mergmerg optrekt. Dit is volkomen normaal en een teken dat hij goed zit. Voor ik het weet zit het erop. Er wordt nog even wat bloed afgenomen en dan mag ik weer naar huis. Ik voel me verder prima en kan prima
lopen, zo goed zelfs dat we met de trap weer naar beneden gaan.

Onderweg naar huis gaat mijn telefoon. “Met het Amphia ziekenhuis, spreek ik met meneer Van der Belt?” Ik antwoord bevestigend op haar vraag. “Uw Hb is 4,5 dus u krijgt een zakje bloed bij. U wordt straks gebeld om een afspraak te maken. Is morgen oké voor U?” Na enig overleg beluit ik dat vrijdag voor mij beter uitkomt. Een uur later word ik gebeld met de mededeling dat de afspraak staat gepland voor vrijdag om 10:30 uur in Oosterhout.

Vanmorgen dus maar weer naar het ziekenhuis voor een bloedtransfusie. Ik word hartelijk ontvangen door de verpleging. “Ik zag je al zitten” zegt de verpleegster als ze me komt ophalen. Het is dezelfde verpleegster als de vorige keer. Na alle tests en vragenlijsten wordt het infuus geprikt, daarna is het wachten op het bloed. Dit laat nog even op zich wachten omdat het nog uit Breda moet komen, maar zo rond 12 uur stroomt er dan toch bloed door het infuus mijn arm in.
Om de tijd door te komen kijk ik op mijn tablet naar de documentaire: ‘Grizzly man’ Deze gaat over Timothy Treadwell, een man die 13 zomers lang tussen de grizzlyberen in Alaska leefde en dit uiteindelijk met de dood heeft moeten bekopen. Zo tegen 2 uur zit al het bloed erin en mag ik weer naar huis.
Om tien voor vijf gaat de telefoon. Het is mijn behandelend arts. “Ik heb de uitslagen van je bloed bekeken en je weerstand is erg laag. We hadden al bloedarmoede geconstateerd, maar daar heb je als het goed is al een zakje bloed voor bijgekregen.” “Ja klopt, dit is vanmiddag gebeurd” antwoord ik haar. Om mijn weerstand terug te brengen mag ik per direct mijn medicatie halveren. Dus met directe ingang nog maar 1 tablet per dag! 

Ik hoop dat ik mij nu snel weer beter ga voelen en weer meer kan gaan doen!!



Maar nu eerst: WEEKEND!!